Kaledupa
Vanaf het noorden gezien is het tweede eiland in de Wakatobi archipel het eiland Kaledupa. Dit is meteen ook het grootste en ruigste eiland van de vier. Kaledupa wordt omringd door prachtige mangrovebossen en langgerekte stranden met eindeloze rijen kokospalmen. Voor de kust strekt zich het langste ononderbroken koraalrif van Indonesië uit.
Rond Kaledupa ligt een aantal traditionele dorpjes van zeenomaden, ‘Bajo villages’ genoemd, waarvan Bajo Sampela een van de grootste is. De Bajo zijn sea gipsies die vooral van de visvangst leven en die u overal in de uithoeken van de Indonesische archipel kunt vinden. De dorpjes staan midden in zee, met huizen op palen die zijn verbonden door een wirwar van krakkemikkige steigers. Tussen de huisjes zijn kleine kanaaltjes om alles per boot bereikbaar te maken. Er wonen zo’n 3000 bajo zeenomaden in Sampela. Als u het dorp betreedt, wordt u meteen verwelkomd door tientallen enthousiaste kinderen en kunt u zien hoe de mensen wonen en werken! Ook de moeite waard is een bezoek aan Bajo Mantigola, het oudste bajo dorpje van Wakatobi, gelegen vlak voor de mangrovebossen aan de westkust van Kaledupa.
Op Kaledupa kunt u ook het dorpje Pajam bezoeken, vooral bekend vanwege het prachtige textiel dat hier wordt gewoven. Een andere specialiteit van het dorp is de via vele generaties overleverde traditionele vechtsport pencak silat, een verdedigingsport eigenlijk waarvan de stoere mannen graag een demonstratie geven.
Vanuit het dorpje Limbo Langgae kunt u een tocht per traditionele kano maken door de diepe mangrovebossen voor de kust. Uiteraard wordt u begeleid door een ervaren bootsman die deze waterwegen op zijn duimpje kent. Terwijl u een tocht maakt door de wateren kunt u ook een traditionele lekkernij proberen, de zeedruiven, een zacht soort zeewier dat bij de wortels van de mangroven groeit, lekker zoutig!