8 juli 2020
“Als je 18 jaar bent, dan gaan we naar Indonesië” zei mijn moeder regelmatig toen ik tijdens mijn pubertijd steeds nieuwsgieriger werd naar het land van herkomst van mijn grootouders. Mijn familie sprak tijdens gezellige bijeenkomsten eindeloos over vroeger, over het Indië waar die en die tante had gewoond en waar mijn opa en oma zijn geboren. Mijn oma vertelde me vaak verhalen over waar zij haar jeugd had doorgebracht. Mijn ouders refereerden vaak aan de reis die zij in 1990 met mijn opa en oma naar Indonesië maakte. Naarmate ik ouder werd verlangde ik er steeds meer naar om kennis te maken met het land waar mijn opa en oma vandaan kwamen. Het werd ook steeds duidelijker dat ik niet zo Nederlands was als al mijn vrienden. Je ziet het aan mijn uiterlijk, je merkte het als mijn vrienden met een rood hoofd afdropen als mijn moeder een ‘beetje’ gekruid had gekookt, aan de familiebijeenkomsten met veel te veel eten en aan die eindeloze verhalen. Dit alles zorgde ervoor dat ik niet kon wachten om dit land te ontdekken. Wat kon ik verwachten? Was alles geromantiseerd of was het echt zo geweldig? Omdat wij graag de specifieke plaatsen met familiegeschiedenis wilden bezoeken gingen wij op zoek naar een echte Indonesië specialist. Wij kwamen uit bij het toen voor ons nog onbekende Rama Tours. Tegenwoordig werk ik bij deze reisspecialist en stel ik zelf de prachtigste (roots)reizen naar Zuidoost-Azië samen.
Voor het eerst naar Azië en dan naar het land waar jouw familie zoveel geschiedenis en herinneringen aan heeft. Via Kuala Lumpur vlogen we naar Medan op Sumatra. Tijdens de vlucht konden we genieten van eten en drinken dat je normaal alleen bij familie of in de toko kan vinden. De sfeer in het vliegtuig ervoer ik als zó anders dan de sfeer in het vliegtuig naar een Europese bestemming.
De spanning was te voelen waardoor slapen niet echt lukte. Al die vragen en verwachtingen die door mijn hoofd spookten. Het zal toch niet gaan tegenvallen? Na de lange reis werden wij hartelijk onthaald door onze Nederlandssprekende gids. De tropische deken werd letterlijk en figuurlijk om ons heengeslagen. Een moment van kippenvel en de gedachten: dit is het dan, 28 dagen genieten van alles wat Indonesië te bieden heeft!
Bij de ontmoeting met de Nederlandssprekende gids was het al meteen raak: “Ah, jullie hebben Indonesisch bloed zo te zien”. “Veel Nederlanders komen hiernaartoe om hun roots te ontdekken”. Voordat ik het wist kreeg ik een lesje Bahasa Indonesia, Indonesische taal. Ondanks dat we geen roots hebben op Sumatra was het toch al een soort van thuiskomen.
Vooral de jungle en het wildlife waren de reden om dit eiland te bezoeken. Het was een bijzondere ervaring om oog-in-oog te kunnen staan met orang-oetans en olifanten. Naast deze ontmoetingen brachten onze chauffeur en gids ons naar de hooglanden van Berastagi met zijn kleurrijke markt. Via kronkelwegen kwamen we op plekken terecht waar we werden getrakteerd op prachtige vergezichten over het Tobameer. Op Samosir eiland maakte we kennis met de Batakkers. Vervolgens kwamen we via Sipirok en Bukkitinggi in Padang aan.
De route was elke dag weer fascinerend, zo zagen we diverse plantages met ananas, cacao en rubber, waren we plots te gast op een bruiloft en gingen we op de foto met tientallen Indonesiërs. Dat laatste is iets wat mij aan het denken zette, ik was duidelijk buitenlands genoeg om met hen op te foto te gaan. Waar ik mezelf soms toch Indonesisch waan, wordt dit door de lokale bevolking niet herkend, wat toch een gek idee is. Uiteindelijk ben ik “slechts” de derde generatie Indo-Europeaan.
Na een fantastische reis over Sumatra met unieke ervaringen, vervolgden wij onze reis naar Java. Stiekem had ik gedurende de reis over Sumatra al de hele tijd aan het bezoek aan Java gedacht. Jakarta/Batavia, Bogor, Bandung, Cimahi en Malang, eindeloos had ik deze plaatsen voorbij horen komen in de verhalen van mijn familie, bijvoorbeeld van mijn opa die als stuurman voornamelijk in Batavia en Malang verbleef.
Jakarta, het voormalige Batavia was dan ook de eerste stop tijdens ons bezoek aan Java. In deze stad lag het voormalige hart van de VOC. De koloniale gebouwen aan het Fatahillah plein in combinatie met de oude fietsen bracht een sfeer met zich mee waardoor het me geen enkele moeite kostte om me voor te stellen dat mijn opa bijvoorbeeld in Café Batavia had gezeten, aangezien dit café zo goed als in originele staat verkeert en een koloniale sfeer uitstraalt. Fantastisch dat het verleden hier nog zo voelbaar is! Als je vervolgens het café uitstapt, ben je meteen weer terug in het hier en nu door alle studenten die Engels met je willen oefenen. In de oude haven, de Sunda Kelepa, lijkt het ook wel of de tijd heeft stilgestaan. Hier lopen mannen nog met zakken cement op hun rug over een dunne plank om de oude houten schepen te bevoorraden. Vroeger gingen deze schepen met specerijen naar Europa, tegenwoordig worden andere Indonesische eilanden voorzien van bouwstoffen vanuit deze historische haven.
Na het bezoek aan de historische haven gingen wij door naar Bogor waar wij in de prachtige tuinen rondom paleis Buitenzorg hebben bezocht. Hier kwam het echte tempo doeloe gevoel naar boven. Tempo doeloe is de tijd van vroeger, “de goede oude tijd”, toen het leven nog eenvoudig en mooi was. Dit gevoel werd versterkt door het hotelletje Happy Valley in Bogor. Een simpele, maar fijne accommodatie met authentieke details; een plek waar je heerlijk in de schommelstoel kan zitten, de rivier hoort stromen en uitzicht hebt op de rijstvelden en palmbomen. Ik begreep nu wel waarom er zo vaak over tempo doeloe werd gesproken door mijn familie.
Bekijk onze voorbeeldreizen naar Indonesië »
De volgende stop tijdens deze prachtige reis was Cimahi. Cimahi is een dorp dat vroeger net buiten Bandung lag. Tegenwoordig zijn deze steden met elkaar vergroeid. Het was niet voor niets dat we hier naar toe gingen, dit is het dorp waar mijn oma, de moeder van mijn vader, is geboren en opgegroeid. Aan de hand van een oud adres gingen wij op zoek naar het huis waar zij ooit gewoond heeft. Het werd een speurtocht met de chauffeur die ieder persoon die wij tegenkwamen vroeg of zij een idee hadden waar dit huis lag. In de loop der tijd is er veel veranderd. Hierdoor was het huis helaas onvindbaar. Mijn oma woonde hier vele tientallen jaren geleden en omdat de steden op Java uit hun voegen groeien, is het begrijpelijk dat vele oude woningen zijn verdwenen. Uiteindelijk moet ik het dan maar doen met het sterke verhaal dat mijn oma zich een weg naar school moest banen tussen de krokodillen door. Laten we eerlijk zijn, dat is toch veel mooier dan over een geasfalteerde weg?
Via een bezoek aan meerdere hoogtepunten van Java zoals Bandung en Yogyakarta kwamen we uiteindelijk in Malang aan. Hier hadden we het adres van het huis waar mijn oma van moeders zijde had gewoond. Na een nieuwe intensieve speurtocht en hulp van de lokale bevolking kwamen we aan bij een hek waarachter allerlei huizen stonden. Helaas kwamen we niet verder dan dat hek, maar het gaf toch een fijn gevoel om er geweest te zijn. De stemming raakte in mineur toen mijn moeder begon te vertellen dat we verderop het plein zouden passeren waar zich ten tijde van de Japanse bezetting de vrouwen en kinderen, waaronder ook mijn oma, moesten verzamelen om daarna door de Japanners naar het zogenoemde Jappenkamp te worden gebracht. De herinneringen aan angst en honger die aan deze periode in het Japanse kamp zijn verbonden, hebben diepe wonden geslagen. Het is één van de redenen waarom je bij mijn Indische oma niet wegkomt zonder goed gegeten te hebben en vervolgens nog allerlei lekkernijen toegestopt te krijgen.
Ook bezochten wij in Malang de school waar mijn oom op had gezeten om daarna zoetigheid te gaan halen bij Toko Oen, het winkeltje annex restaurant dat al sinds 1930 zijn gasten gezelligheid en vertier biedt (zie foto). Onder het genot van een roti kukus vertelde mijn moeder me meer over de geschiedenis van onze familie in Malang.
Na het beklimmen van de Bromo en het bezoeken van de plantages in Kaliklatak staken wij over naar Bali om te genieten van een paar dagen strand.
De dagen op Bali waren fijn om bij te komen van deze intensieve en indrukwekkende reis. Naast de verschillende uitjes naar de prachtige plekken van Bali was het vooral goed om in alle rust de vele indrukken die deze reis had gebracht te kunnen verwerken. Het was fijn om nu eindelijk een beeld en gevoel te hebben bij de plekken waarover in mijn familie zoveel gesproken werd. Ik ben er trots op dat er Indisch bloed door mijn aderen stroomt en dat ik dit mooie verre land in het koude maar o zo fijne Nederland in me meedraag!
Bent u ook op zoek en benieuwd naar uw roots? Neem gerust contact met ons op en wij vertellen u graag over de mogelijkheden.